Oorsprong

De familienaam de Graaf werd eerst later door dit geslacht in nederland
aangenomen en was voor dien tijd als le Comte bekend, zijnde een zeer oud
geslacht, waarvan een tak via Frankrijk over Rijssel naar Belgie getogen en
waaruit een tak in ons land vestigde. De eerste van dien naam komt voor in
het begin der 13e eeuw, en wel Eudes le Comte, ridder, heer van Contes, die
in 1209 aan de abdij van Hennecourt eenige landen schonk, welk hij te
Bautoeux bezat. Zijne vrouw Hiltrude d’Udechem, stichtte eene abdij in 1219
bij Leuven. Eene regelmatige afstamming is niet te bepalen dan vanaf
Guillaume le Comte, prevoost van Cambray 1341, daarna secretaris Philippus
van Bourgondië, welke met Jeanne de la Hargerie, gezegd Waurin, huwde, die
hem vier zonen schonk, waaronder Jacques le Comte, die zich in het huwelijk
verbond met Agnes de Landas. Men houdt hem voor den stamvader van het
hier bedoeld geslacht en dat tot zijne nakomelingen behoorde Jacques le
Comte, in 1526 te Rijssel geb. en overleden te Aken op Paaschdag 1595, geh
te Rijssel met Marguerite Prevost, uit de familie le Prevost de Basserode te
Rijssel. Dochter van Gillis le Prevost de Basserode en Jacqueline Oysel.